WiFi-instellingen
U kunt via een WiFi-toegangspunt verbinding maken met het internet.
Voorbereiding
- Doe de voorbereidingen om via de tetheringfunctie van de smartphone het WiFi-toegangspunt voor de internetverbinding te gebruiken.
- U kunt WiFi-instellingen en WiFi Hotspot instellingen niet tegelijk gebruiken.
- Zet WiFi Hotspot OFF (UIT) in WiFi Hotspot instellingen.
|
- 1 Druk op de knop <HOME> om het startscherm weer te geven.
OPMERKING
- Druk nogmaals op de knop <HOME> om het netwerkcontentscherm weer te geven.
|
- 2 Druk op de knop <MENU>.
- 3 Raak [Setting] (Instellingen) aan.
- 4 Schuif WiFi op "ON".
- 5 Raak [Wi-Fi] aan.
- 6 Selecteer het te registreren WiFi-toegangspunt uit de lijst.
- 7 Voer het wachtwoord in.
- 8 Raak [Connect] (Verbinden) aan.
Registreer handmatig het WiFi-toegangspunt.
- 1 Raak [ADD NETWORK] (Netwerk toevoegen) aan.
- 2 Voer de SSID-code in.
- 3 Selecteer de beveiliging.
- 4 Voer de veiligheidscode in.
- 5 Raak [SAVE] (Opslaan) aan.
Bevestig het MAC-adres.
- 1 Druk op de knop <MENU>.
- 2 Raak [Advanced] (Geavanceerd) aan.
- 3 Druk de knop <6> in.