Om de camera-toewijzingsinstellingen in te stellen
- Raak [Camera Assignment Settings] aan in het camera-instellingenmenu. Camera-instellingen
- Selecteer het in te stellen item.
[REAR VIEW CAMERA]
De achteruitrijcamera is altijd aangesloten op de ingangen van de achteruitrijcamera. Deze instelling kan niet worden gewijzigd.
[FRONT VIEW CAMERA / DASH CAM]
Stel de cameratoewijzing in van de vooruitzichtcamera verbonden via de vooruitzichtcamera/dashboardcamera-ingangsterminal.
[3rd VIEW CAMERA]
Stel de cameratoewijzing in van camera aangesloten op de ingangsaansluiting van de camera met derde persoonsperspectief.
[VIDEO IN]
Stel de cameratoewijzing van de weergavecamera aangesloten op de video-ingangsaansluiting in.
- Selecteer de in te stellen uitzichtcamera.
- Raak [Enter] aan.
1 Beeld van uitzichtcamera
Geeft het beeld weer van de weergavecamera die is aangesloten op de in te stellen ingangsaansluiting. De camera aansluiten
2 Camerapositie
Wijs elke positie toe aan de weergavecamera die is aangesloten op de geselecteerde ingangsaansluiting.
Camera voor/links/rechts/dashboard/[None]
3 Mirroring-instelling *1
Verander de Mirroring-instelling.
[ON]/[OFF] (standaard)
- Alleen de instelschermen [FRONT VIEW CAMERA / DASH CAM ] en [3rd VIEW CAMERA].
OPMERKING
- De bovenstaande schermafbeelding is voor het instelscherm [FRONT VIEW CAMERA / DASH CAM]. Deze kan verschillen van de schermafbeeldingen voor [3rd VIEW CAMERA] en [VIDEO IN].
- De dashboardcamera kan worden geselecteerd wanneer deze is aangesloten. De camera aansluiten