Camera-instellingen
- Druk op de knop
HOME. - START-scherm verschijnt.
- Raak
aan. - Raak [SETUP] aan.
- Het scherm SETUP Menu verschijnt.
- Raak [Camera] aan.
- Het camera-instellingenmenu verschijnt.
- Stel de verschillende items als volgt in.
[Camera Assignment Settings]
Stel de cameratoewijzing in. Zie Om de camera-toewijzingsinstellingen in te stellen.
[Rear Camera Interruption]
- [ON ](Standaard): Toont het beeld van de achteruitzichtcamera wanneer u de versnelling in zijn achteruit (R) zet.
- [OFF]: Selecteer dit wanneer geen camera is aangesloten.
[Rear Camera Message] *1
- [Always display] (standaard): Toont altijd het waarschuwingsbericht op het onderbrekingsscherm van de achteruitrijcamera.
- [Clear after 5 seconds]: Toont het waarschuwingsbericht ongeveer 5 seconden op het onderbrekingsscherm van de achteruitrijcamera.
[Rear Camera for Car interface]
- [ON]: Selecteer wanneer u een externe systeemunit hebt aangesloten. Zowel knoppen als titels worden niet weergegeven.
- [OFF ](Standaard): Selecteer wanneer u een achteruitrijcamera hebt aangesloten.
[Rear Camera Settings] *2
Past de CMOS-3xx-reeks aan met ID 1 („Rear Camera”) ingesteld. Zie voor details de instructiehandleiding van uw camera.
[Parking Guidelines]
U kunt parkeerrichtlijnen weergeven om gemakkelijker parkeren in te schakelen wanneer u de versnelling om de achteruit-positie (R) zet.
De standaardinstelling is „ON” (aan).
[Guidelines SETUP]
Als u [ON] selecteert voor [Parking Guidelines], kan u de parkeerrichtlijnen aanpassen. Zie Aanpassen van de parkeerrichtlijnen.
[Front Camera Settings] *3
Past de CMOS-3xx-reeks aan met ID 2 („Front Camera”) ingesteld. Zie voor details de instructiehandleiding van uw camera.
[Front Camera Interruption]*4
- [10 sec]/ [15 sec] (Standaard)/ [20 sec]: Het camerascherm aan de voorkant wordt weergegeven wanneer u de versnelling terugbrengt vanuit de achteruit (R) -positie.
- [OFF]: Annuleer.
- Om de functie te gebruiken, moet u [Rear Camera Interruption] instellen op [ON].
- Als de CMOS-3xx-serie op dit toestel is aangesloten.
- Om de functie te gebruiken, is het noodzakelijk om de CMOS-3xx-serie te verbinden en om [Camera Assignment Settings] in te stellen op [Front]. Om de camera-toewijzingsinstellingen in te stellen
- Om de functie te gebruiken, is het noodzakelijk om [Rear Camera Interruption] op [ON] in te stellen, en [Rear Camera for Car interface] op [OFF] in te stellen, alsmede [Camera Assignment Settings] op [Front] in te stellen. Om de camera-toewijzingsinstellingen in te stellen