KDC-BT73DAB/KDC-BT53U/KDC-5057SD>5. DSP-instellingen (KDC-BT73DAB, KDC-BT53U)>5-5. X"Over instellen

5-5. X’Over instellen

Fijnafstellen van de volgende instellingswaarden die overeenkomen met de X’Over-waarden ingesteld in de sectie <5-4. Luidsprekerinstellingen>.

  1. Druk op [SRC] om een andere geluidsbron dan Stand-by ("STANDBY") te selecteren.

    Raadpleeg <Bronselectie>.

  2. Druk op de knop [Control].

    De modus Functies instellen wordt geactiveerd.

  3. Selecteer "Audio Control" > "Pro Setup" > "X"Over" met de knop [Control].

    Raadpleeg <3-3. Het item selecteren> voor informatie over het gebruik van de knop [Control].

  4. Selecteer een luidsprekertype met de knop [Control].

    Luidspreker­type

    Item instellen

    Waarde instellen

    "Front"

    "FC"

    Hoog­doorgangs­filter

    Doorlaten, 30, 40, 50, 60, 70, 80, 90, 100, 120, 150, 180, 220, 250 Hz

    "SLOPE" [1]

    Hoog­doorgangs­helling voor vooruitgang

    -6, -12, -18, -24 dB/oct.

    "GAIN"

    Versterking voorkant

    -8 ,-7, -6, -5, -4, -3, -2, -1, 0 dB

    "Rear"

    "FC"

    Rear High Pass Filter

    Doorlaten, 30, 40, 50, 60, 70, 80, 90, 100, 120, 150, 180, 220, 250 Hz

    "SLOPE" [1]

    Hoog­doorgangs­helling voor achteruitgang

    -6, -12, -18, -24 dB/oct.

    "GAIN"

    Versterking achterkant

    -8, -7, -6, -5, -4, -3, -2, -1, 0 dB

    "SubWoofer"

    "FC"

    Laag­doorgangs­filter voor subwoofer

    30, 40, 50, 60, 70, 80, 90, 100, 120, 150, 180, 220, 250, Doorlaten Hz

    "SLOPE" [1]

    Subwoofer­helling

    -6, -12, -18, -24 dB/oct.

    "GAIN"

    Versterking subwoofer

    -8, -7, -6, -5, -4, -3, -2, -1, 0 dB

    "PHASE"

    Subwooferfase

    "REV" (180°)/ "NML" (0°)

    "Tweeter"

    "FC"

    Shelving-filter

    1, 1,6, 2,5, 4, 5, 6,3, 8, 10, 12,5 kHz

    "Volume"

    Tweetervolume

    -8, -7, -6, -5, -4, -3, -2, -1, 0 dB

    (Tekst in kleur: fabrieksinstelling)

    [1] Wordt alleen weergegeven wanneer "FC" op "30" tot "250" is ingesteld.

  5. Selecteer een instellingsitem met de knop [Control].
  6. Selecteer een instelwaarde met de knop [Control].

De modus Functies instellen beëindigen

Druk op [1/6] en houd deze ingedrukt.

Inhoud